maandag 11 juli 2022

Nemiekst

Het besluit de vakantie in Bretagne te spenderen betekende óók dat een tussenstop wel comfortabel zou zijn, en laat nou net het Pajottenland ongeveer precies op de route liggen... OK, bij lange na niet halverwege, maar dat is op te lossen met nog een extra tussenstopje in Normandië. Een bezoek in het weekend betekent ook nog eens de mogelijkheid tot een bezoek aan het Walhalla van elke zuurbiergek - het iconische "In de Verzekering tegen de Grote Dorst", alleen geopend op zondag. 

We kenden al een luxe B&B op fietsafstand, van waaruit we al eens de Dag van de Lambiek meemaakten in eerdergenoemde café, dus die was snel geboekt. Op zaterdag arriveerden we daar in een zinderende 32 graden en pakten zwetend uit. Daarna maakten we een kort ritje naar Brouwerij Girardin, de brouwer/steker van mijn favoriete geuze. Het is niet de meest hartelijke of gemoedelijke brouwerij (ze zijn nogal druk), maar ik had vooraf al besteld en kon het bier komen ophalen. Omdat zij "Uitzonderlijk gesloten" (dat klinkt héél dicht) waren vanaf 15:00 had dat bij de gratie Gods zelfs maandag gekund, op de horeca-afhaaldag, als we het niet hadden gered. Maar goed, dat hadden we wel. 


Veel tijd voor kletsen of kijken was er niet, ik nam er 6 grote en 6 kleine flessen fond-geuze (zwarte label) mee, voor respectievelijk €3.90 en € 2.10 (!) en keek nog even buiten rond. Van buitenaf zijn ook de koperen ketels te zien, en het geheel doet erg ongepolijst en boers aan. Rondom de boerderij verbouwen ze granen, maar of dat ook voldoende is voor de productie van de bieren betwijfel ik. 


Terug bij de B&B verruilden we de auto voor de fietsjes en we togen de hitte in. Fietsknooppunten  en -routes negerend reden we de kortste (en mogelijk steilste) route naar een veelbelovend café. Onderweg was genoeg moois te zien, de regio ziet er on-Belgisch netjes, schoon en keurig onderhouden uit. Het lijkt dan ook een uitvalsbasis voor vermogende Brusselaren: de prijzen zijn er ook behoorlijk hoog.

Halverwege onze bestemming troffen we een dorpje (St Anna Pede) met een kerkje dat nog door Breughel geschilderd was. Daarnaast een sympathiek ogend dorpscafé met een heerlijk schaduwrijk terrasje. Dat leek ons een mooie plek om even bij te komen en wie weet... ja, natuurlijk hadden ze er een lambiek! En niet zomaar één, maar die van Girardin! De waard zelf was er geen fan van, maar wij vonden het uiteraard top. Het was duidelijk een pleisterplaats van de lokale bevolking, die af- en aanliep. 


Weer op adem gekomen begonnen we aan deel twee van onze bescheiden, maar door de hitte nog vrij heftige tocht naar de gekozen bestemming - café De Spontane Goesting. Daar troffen we een rustig terras, met schaduw, een vriendelijke barman en een uitzonderlijk uitgebreide bierkaart met 'normale' bieren, en een ruime keus aan geuzes. 

Als antwoord op mijn vraag naar iets te eten bleek de optie 'nemiekst'. Ik had geen idee wat 'nemiekst' was, en mijn vragende blik werd beantwoord met een behulpzame 'kosmessallemié'. Dit heb ik de arme man zeker 3x laten herhalen voor het frankstuk viel - Kaas. Met salami. Een 'mixte'. Deju. Lekker. Doe maar.


Op dat terras hielden we het wel even vol, en we hebben ons door aardig wat lekkere bieren heengeslagen, waaronder een HORAL Megablend. Zin om te gaan zoeken naar een restaurant hadden we niet meer (we hadden al begrepen dat op zaterdag aan komen wandelen hier nergens echt een optie was), en de buurfrituur bleek niet alleen bijzonder druk bezocht en goed beoordeeld, we konden het ook nog op het caféterras laten serveren. Haute cuisine - non, maar haute friture toch zeker wel, met huisgemaakte sauzen en prima kaas- en garnalenkroketjes.


Het is natuurlijk niet fatsoenlijk om er dan niet nog een biertje bij te drinken, dus dat deden we dan maar, om vervolgens in de nog steeds hoge temperaturen naar de B&B terug te keren. Daar deed ik op de prettige binnenplaats nog wat inleeswerk voor de volgende dagen. Met, vooruit, een Girardin. 




Wordt vervolgd.


Pajottenland? Geuze? Lambiek?

Het Pajottenland, de regio ten westen van Brussel, en in het bijzonder de Zennevalei, staat bekend om zijn lambieken, geuzes en krieken. Een brouwerij brouwt een lambiek. Dit bier is op meerdere manieren bijzonder: het wordt gemaakt met half gerstemout en half ongemoute tarwe, er word (zeer) oude hop gebruikt en aan het bier wordt geen gist toegevoegd: door  aan het einde van het brouwproces de wort te laten afkoelen in een grote bak (een koelschip) vindt een "infectie" met wilde gisten en micro-organismen uit de lucht plaats. Dit alles vergist (nogal langzaam) in houten foeders en resulteert in een zuur, plat, droog bier. Een geuzesteker neemt enkele lambieken, waaronder een flink deel jonge, nog gistende lambiek en vult deze af in champagneflessen, waarbij de jonge lambiek zorgt voor koolzuur; dit is geuze. Aan krieklambiek, tenslotte, zijn (bij voorkeur lokale) Krieken, zure kersen toegevoegd in het vat. Er zijn geuzestekers die niet zelf brouwen en alleen lambieken van andere brouwerijen gebruiken, en onderling worden er ook lambieken van andere brouwerijen gebruikt.

Geen opmerkingen: