donderdag 31 mei 2018

Inside things

Inmiddels al weer 10 jaar geleden hebben we ruim de tijd genomen om Kreta te verkennen. Met het gehuurde Aygootje een doodenge onderneming, want je reed geen bochtige kilometer zonder grijnzende snor op je bumper, maar verder was het, zo buiten het seizoen, een heel fijne plek om te zijn en vooral - om te eten.

In ons niet al te toeristische kustdorpje ("1 star - no disco!") hadden we het al aardig getroffen met een vast adresje waar we vaak zijn beland. Verder eilandinwaards was het allemaal net wat minder toegankelijk en zoals zo vaak dus ook even wat lekkerder. We kregen er in een verlaten dorp een rijpe granaatappel - zo van de boom - in de hand gedrukt, aten slakken die zonder verdere kruiden bol stonden van de rozemarijn waarop ze leefden en werden smakelijk uitgelachen om mijn excuus 'we moeten nog rijden' toen we een bijzonder foezelig glas raki aangeboden kregen door een hoogbejaarde monnik.

Het hoogtepunt was echter een lunch (en wat dagen later nog één) in vreemdsoortig gebouwtje waar we toevallig belanden - ik zal er verder geen uitspraken over doen, kies zelf maar een beschrijving. Zoals het er nu bij ligt, zit er in elk geval geen restaurant meer in:

Bron: Google Maps
In 2008 was dit wel anders, er stonden flink wat oudere deukige auto's buiten, weinig glimmend en klein huurspul. Net zoals in Frankrijk leek het me een aanrader als er meer locals zijn dan toeristen, dus meteen naar binnen.

Daar aangekomen zochten we meteen naar verborgen camera's, want we werden ontvangen door André van der Toorn. Diens Nederlands bleek echter wel heel erg tegen te vallen, dus uiteindelijk waren we ervan overtuigd dat we toch te maken hebben met een Doppelgänger - of mogelijk een niet te ver verwijderd familielid. Pas later las ik dat de beste man (André dus) geboren is als Kostas, in Athene - dus nou ja, wie weet.
Als twee druppels water

Hoe dan ook, ook het Engels van deze zeer vriendelijke meneer liet nogal te wensen over, dus maakten we onze keuze op basis van de geplastificeerde menukaart. Google Translate was toen duidelijk nog een stuk minder ver ontwikkeld dan nu, maar dat mocht niet baten. Geïntrigeerd door de verder niet vertaalde κοκορέτσι vroegen we door, en dat bleek een moeilijke zaak.

"Lamb". Nou, lekker. Maar dat was niet het probleem. Wild gebarend, Grieks mompelend, met handen wapperend tussen kin en kruis, keek hij moeilijk om zich heen, naar een andere tafel. Die haalden hun schouders op en aten door. "Inside things", kwam er uiteindelijk uit. Ah. "Inside things". Dat zullen wel ingewanden zijn. Monter knikten we. Doe ons die maar. Hij keek ons even aan, leek nog wat te willen zeggen, maar haalde toen óók maar de schouders op en liep weg, waarschijnlijk in de overtuiging een vol bordje terug te krijgen.

Enige tijd later volgde de maaltijd. Met een moeilijke glimlach werd als eerste gerecht een bord op tafel gezet. "Kokoretsi". De rest volgde. Een korte buiging, en meneer trok zich terug. Van achter de bar en ook vanaf de andere tafel werd er sluikse blikken geworpen. Op het bord lagen grote plakken van iets dat duidelijk op een spies had gezeten; een soort rollade van grove stukken met een bruine korst. Het rook geweldig - vooruit, een beetje, nou ja, ingewandig, maar zeker niet onprettig. Een beetje citroensap erover, en proberen maar. Het was fantastisch lekker. Lever was duidelijk herkenbaar, ook een stukje steviger vlees, en nier, iets wat minder definieerbaars en iets wat erg op zwezerik leek, en het mogelijk ook was. Dit alles had een heerlijke krokante korst, stevig gekruid met knoflook, oregano en citroensap.

Kokoretsi - κοκορέτσι (c) Mout & Peper
Na wat goedkeurend geknor en een paar stevige happen kwam de uitbater weer langs. "Is good?" vroeg hij, zijn gezicht een mengeling van hoop en verbazing. "It's incredible!" riepen we. Zijn gezicht betrok iets. "Is good!" Ah. Blij knikte hij en vervolgde zijn rondje. We genoten verder van onze inside things, erg goede salade (met rode kool), stukjes gepaneerd lamsvlees, friet en groenten.

Van onze Belgische hoteleigenaar begrepen we bij thuiskomst wat de 'inside things' waren. Huiverend vertelde ze dat het, inderdaad, ongeveer alles is wat je in een lam aantreft. Longen, hart, nieren, zwezerik en lever, omwikkeld met darm en als grote, ongeveer vijftien centimeter dikke, soms wel een meter lange rollade rond een spies, gegrild boven houtvuur. Ze keek ons meewarig aan - je kunt natuurlijk pech hebben als je zomaar ergens gaat eten. We hielden wijselijk onze mond. Een paar dagen later aten we er weer.