zondag 25 maart 2012

Grolsch lentebok - verrassend lekker


Jaren geleden dronk ik mijn eerste een lentebok, en ik was meteen verkocht. Fris, hoppig, niet te zoet - het smaakte gewoon naar lente. Aangezien ik ook toen al in Twente woonde zal dat wel een Grolsch lentebok zijn geweest. Helaas is het sindsdien met dat biertje hard bergafwaarts gegaan. Net als de herfstbok (die ik jaren niet eens meer zelf proef) is er meer en meer suiker ingegaan, tot het uiteindelijk tot wéér een te zoet, oninteressant bier was verworden. Ondertussen veranderde mijn biersmaak ook - de andere kant op, hoe minder zoet, hoe beter.

Ik was dan ook voorzichtig optimistisch toen ik las dat Grolsch zijn recept dit jaar had aangepast. 20% minder suiker, en meer hop. Dat klinkt goed. Vandaar ook dat ik vandaag bij Berendsen in Enschede niet alleen de lentbok van Emelisse en Jopen heb meegenomen, maar ook die van Grolsch (en van Leffe, maar daar heb ik eigenlijk nog een hard hoofd over in).

Met bijna 20 graden en een lekker zonnetje op het balkon was het geen straf om de proef op de som te nemen. Vandaag proefden we eerst de Grolsch, toen de Emelisse. De Grolsch verbaasde mij in zéér positieve zin; hij ruikt echt naar hop, fris, verder moutig en met een vleugje honing. Ook in de smaak zit veel mout en aan het eind toch nog een tikje (suiker- / honing)zoet, maar alles bij elkaar gewoon een mooi gebalanceerd bier dat absoluut de lente eer aandoet.

Direct erna gedronken viel me bij de Emelisse op dat deze uiteraard toch weer iets minder zoet is, veel hoppiger en minder vol en moutig. Ook is het "typische Emelissesmaakje", lichtelijk gebrand/droppige erin te vinden. Een absolute topper, maar gek genoeg toch iets minder 'fris' dan de Grolsch.

Hoewel ik nog steeds net iets eerder een Emelisse open zal trekken dan een Grolsch ben ik blij met deze koerswijziging en hoop ik dat die doorzet. In de meeste pakjes zit de laatste jaren ook al steeds minder smaakversterker meer, dus er is duidelijk markt voor producten met échte smaak, niet alleen zout of zoet.

zondag 18 maart 2012

Yuen's geslaagde fusion




Fusion, het mixen van verschillende stijlen, levert niet altijd iets op dat mij gelukkig maakt. Het is vaak nét niet raak (of gewoon helemaal mis). De voorstelling "The Planets - the Battle" die we in het Muziekcentrum van Enschede zagen probeerde klassieke muziek te combineren met dancemuziek. Helaas viel dat dus in de 'net niet raak' categorie: het zijn kennelijk zulke verschillende werelden dat er geen noot gelijk gespeeld werd - een gemiste kans wat mij betreft.

Kort ervoor konden we echter zien dat fusion wel degelijk geweldig kan uitpakken. We aten namelijk bij Yuen's Asian Cuisine waar gerechten uit de Chinese, Vietnamese, Koreaanse, Thaise en Japanse keuken gezamenlijk op tafel verschijnen. Alleen al bij het smakelijke tussengerecht, de hierboven afgebeelde dim sum, werden Thailand, Korea en Japan aangedaan met een garnaal-spieringballetje, een krabschaartje, een tofoepasteitje en zeewierhapje.

Ook het voorgerecht (Japanse gemarineerde paling) smaakte uitstekend, maar vooral de hoofdgerechten waren fantastisch. Gestoomde witvis met gember, knoflook, spinazie en hoisinsaus, massaman curry met rode peper en Szechuanpeper, en rode curry van rundvlees - allemaal met zorg bereid in de open keuken waar kok Yuen druk in de weer was. Hier was duidelijk wel sprake van harmonie!

Yuen koopt 's ochtends in en stelt een aantal gerechten samen dat in het verrassingsmenu voorbij komt. A la carte is er dus niet bij, wel kun je aangeven wat je liever niet op tafel ziet verschijnen. Zo blijft er, in tegenstelling tot bij veel andere restaurants, weinig over om weg te gooien.

Naar kritiekpuntjes moest je echt zoeken. Een kleine foutje door de drukte werd netjes opgevangen, dus dat zijn we alweer vergeten. De prijs is aan de hoge kant: we rekenden voor twee personen inclusief wijn bijna 100 euro af. Daar staat dan weer tegenover dat de wijn en grote delen van de maaltijd biologisch waren, iets waar wij volledig achter staan, en daar hoort nu eenmaal een iets hogere prijs bij.

De verantwoorde insteek, hartelijke ontvangst en vooral het heerlijke eten hebben ons overtuigd: we komen zeker terug. Daar kan het muziekcentrum nog wat van leren.



maandag 12 maart 2012

Hummus



Dit stuk is op verzoek geschreven voor de Bruine Bonen Bende, je vindt het dus ook hier: http://www.bruinebonenbende.nl/2012/03/hummus/

Toch gek, als je gevraagd wordt om een stukje voor de Bruinebonenbende te schrijven terwijl die bruine boon nou net je minst geliefde peulvrucht is. En toch, peulvruchten staan bij ons elk week wel een keer of twee op tafel. Vooral linzen (de groene, uit Le Puy), zwarte bonen, flageolets en grote witte bonen zijn niet te versmaden: veelzijdig, smakelijk en gezond. Ook maken ze door hun stevige bite vlees (bijna) overbodig.
Mijn absolute favoriet wordt vooral in het Midden-Oosten gebruikt – de kikkererwt. Daarmee maak je bijvoorbeeld hummus en falafel: allebei verkrijgbaar in hele nare kant-en-klaarvarianten of bij een foezelige eettent. Maar vooral hummus is simpel zelf te maken en dan o zo lekker. Zo lekker dat je zou verwachten dat het véél ongezonder is.

Ik koop kikkererwten bij de toko of Marokkaanse supermarkt, maar liever nog bij de natuurwinkel. Ook koop je hier een pot tahin, sesampasta. Kikkererwten zijn meestal bleek geel van kleur, en al hebben ze vanaf een bepaalde hoek inderdaad wel iets van een kikkerkont is het waarschijnlijker dat de naam afkomstig is van zijn Latijnse benaming: de Cicer arietinum.

Ook in het Midden-Oosten heeft de naam vermoedelijk maar weinig met kikkers te maken: bij mijn vaste stek voor een broodje falafel verdween ooit een kok hikkend van het lachen achter de bar toen ik erover begon. “Nee, er zitten geen kikkers in! Dat groen komt van de peterselie!”

Goed, ter zake. Hummus. Er zijn nogal wat variaties, en hummus is erg vergevingsgezind. Je kunt het warm of koud bereiden en eten, yoghurt toevoegen, harissa, of boter. Korianderblad kan erin, maar ook peterselie. Knoflook is een must, net zoals olijfolie. En hoewel niet iedereen het zomaar lekker vindt, ook de sesampasta hoort er echt bij – als het je te sterk smaakt kun je wat minder gebruiken. Het volgende recept kan dienen als de basis voor je eigen variant:

• 1 theelepel tahin (sesampasta)
• 2 tenen knoflook, geperst
• 3 eetlepels lekkere olijfolie
• het sap van 1 citroen
• 1 blik (400g) kikkererwten
• 1/2 theelepel komijn, liefst even geroosterd en daarna gevijzeld of gemalen
• 1/2 theelepel milde paprikapoeder
• zout
• peper
• een klein handje gehakte verse platte peterselie

Giet de kikkererwten af en spoel ze onder de kraan af (al zijn sommige mensen dol op de smaak van het muffe kookvocht – in veel recepten wordt dat gebruikt in plaats van wat water). Doe vervolgens alles behalve het zout, de peper en de peterselie in de keukenmachine. Laat de messen draaien tot het een gladde puree is, ongeveer met de consistentie van gladde aardappelpuree. Als de puree te dik is, kun je een scheutje water toevoegen. Om hem iets gladder te maken kun je ook nog wat extra olijfolie toevoegen. Proef, en breng op smaak met peper en zout. Meng nog een keer goed door en doe het in een leuk kommetje. Besprenkel met een vleugje paprikapoeder en giet er een dun laagje olijfolie overheen, dan droogt het niet snel uit. Tot slot de peterselie erover.

Dit eet je natuurlijk met een vers (af)gebakken pitabroodje of Turks brood. En andere Mediterrane lekkernijen, zoals baba ganoush (geroosterde aubergine-dip) en tabouleh (couscoussalade met peterselie, tomaat en munt).

Mocht je nu niet zomaar zelf aan het variëren slaan: recepten voor hummus kun je onder diverse namen googelen, want het wordt ook wel als humus, houm(m)ous of zelfs hoem(m)oes geschreven.

vrijdag 9 maart 2012

Echte dimsum

Foto: Wikipedia

Ik maar denken dat het een publiek geheim was, het feit dat je bij Tai Soen in Hoog Catharijne uitstekend dimsum kunt eten. Maar iedereen die ik erover spreek, Utrechters incluis, kijken me verbaasd aan. Toch staat het gewoon aangegeven, al is het misschien in het chinees.

Dimsum, de Chinese tegenhanger van tapas, eet je met goed gezelschap. Verschillende schaaltjes in het midden van de tafel, en altijd bestel je eigenlijk één gerecht teveel. Omdat je kon niet kiezen natuurlijk. Die keuze maken is overigens niet zo gemakkelijk. Allereerst is het nu eenmaal authentiek Chinees, en Chinezen kijken met eten niet zo nauw: je vindt er dus runderlever- en maag, eendenzwemvliezen en kippeklauwtjes. Daarnaast is de beschrijving niet altijd even behulpzaam: "elastiekjes (eendenvlees)" zegt me weinig - en ik krijg er ook eerlijk gezegd niet meteen trek in.

Bij beide recente bezoekjes had ik gezelschap dat niet zo dol is op al te heftige experimenten op het bord, dus kon ik ook ontspannen en gewoon lékkere dingen bestellen. Gestoomde rijstvelletjes met daarin rundergehakt, garnaal of barbecuevlees bijvoorbeeld. Balletjes van inktvis met noedels eromheen, gefrituurd. De inmiddels bekende gestoomd siu mai, en de Chinese tegenhanger van het "broodje bak pao": cha siu bao. Ook de garnalenloempia'tjes waren heerlijk, net als de in de pan gebakken pasteitjes met groenten (324? of was het 513)?


Overigens zijn het niet alleen de dimsum die het bezoek aan Tai Soen de moeite waard maken. De pret begint al bij binnenkomst: op rigoureuze wijze worden de Nederlanders van de Chinezen gescheiden. De laatste worden achterin de zaak aan grote ronde tafels gezet, en krijgen de Chinese kaart. Anderen zitten voor in de zaak aan vierkante tafels en krijgen een menu met de klassiekers - rijsttafels met saté en babi pangang.

Wanneer je om de dimsumkaarten vraagt wordt je even vragend aangekeken. Er wordt duidelijk afgewogen of dat wel de bedoeling kan zijn, maar na een extra vriendelijke glimlach is het zover: de dimsumkaarten gebracht. Eén exemplaar bevat nummers, namen en prijzen, de andere heeft geen prijzen maar, hoe handig is dat, foto's!

Zorgvuldig kies je de gewenste hapjes, en je schrijft die vol goede moed op het papiertje dat je hebt gekregen. Bij bestelling verschijnt er een grote grijns: acht porties dimsum? Met zijn tweeën? Dat is veel te veel. Op de gok schappen we 2 nummertjes, de serveerster gaat akkoord. Thee erbij? Dat kan alleen per pot. Gelukkig, dat is precies wat we willen. Stokjes? Natuurlijk - al zijn de groot uitgevallen dimsum er vrijwel niet mee naar binnen te werken. Afkijken is er niet bij - de Chinezen zitten achterin.

Die hebben het zo te horen heel erg naar hun zin. Zouden ze worden bijgepraat over ons gestuntel?