Laat ik het maar meteen toegeven, ik ben niet vaak in een kerk te
vinden. Op vakantie of met open Monumentendag wil ik nog wel eens de
bouwkunst bewonderen, maar verder heb ik er eigenlijk weinig te
zoeken. Dat is sinds 2011 anders: in dat jaar werd voor het eerst het
bierfestival van Groningen georganiseerd. In de Martinikerk nog wel!
Een fantastische locatie. Uiteraard waren we daarbij, en we hebben
ons toen prima geamuseerd. Een goede reden om dit jaar terug te
komen.
Direct was duidelijk dat het dit jaar anders zou zijn dan vorig
jaar. Allereerst werd het festival niet alleen over twee dagen, maar
ook over drie dagdelen verdeeld. Het festival was te bezoeken op
vrijdag en zaterdag tussen 19:00 en 23:00, en op zaterdagmiddag
tussen 13:00 en 17:00. Niet iedereen was even enthousiast over deze
verdeling. “Als we lekker op gang zijn, dan gaan we liever meteen
door. Wat moeten we nu met 2 uurtjes pauze?” aldus één van de
standhouders. Ook bezoekers vonden de periode van vier uur wat kort,
zeker gezien de (gestegen) kaartprijs aan de deur: €17,50.Voor mij
persoonlijk was het in elk geval een reden om mij niet bij één van
de verder interessante lezingen in te schrijven – die duurden toch
al gauw één tot anderhalf uur, en dan blijft er weinig tijd over
voor de rest van het festival.
Er was dus wel wat op aan te merken, maar er waren zeker ook
positieve ontwikkelingen. Allereerst was het aantal toiletten dit
jaar flink verhoogd. Bezoekers konden dit jaar mét toestemming
achter de kerk hun behoefte doen. Voor de dames misschien een
tegenvaller; wachtend in een rij benauwde gezichten heb ik vorig
jaar diverse grote grijnzen gezien van dames die nu eens niet hoefden
te wachten.
Ook het culinaire was uitgebreider dan vorig jaar – er waren
onder meer broodjes garnaal of lamsvlees, kazen, Aziatische gerechten
en broodjes worst te krijgen. Leuk om te proberen wat nu waarbij
lekker is. Zo aten we een broodje lamsvlees bij een prima Porter van
Hettinga, en pakte het broodje garnalen goed uit bij de Muifel USA.
Diezelfde Muifel USA blies een hapje met makreelmousse en kool wel
volledig weg – de aangerade Weizen was daar vast beter bij, maar
ja, wie drinkt er nou een Hertog Jan Weizen als er een dergelijk
aanbod is?
We spraken diverse kleine brouwers, vrijwel allemaal met grote
plannen.
Brouwerij Wispe was aanwezig met een biologisch blond bier,
gebrouwen bij de Leckere in Utrecht. Hoewel het blonde bier erg
smaakvol was had het een lichte botersmaak en een zuurtje dat niet
helemaal volgens plan was. Ik ben benieuwd wat we volgend jaar van
deze enthousiastelingen kunnen verwachten.
Oscar Moerman van de
Twentse Bierbrouwerij stond klaar met zijn
Schwarzbier en amber. Twee smakelijke bieren, gebrouwen in de kleine
brouwerij in Hengelo. Vooral de Schwarz valt bij mij goed in de
smaak. Op 10 juni van dit jaar zal bij de Twentse Bierbrouwerij het
Twents Speciaalbierfestival worden gehouden.
Brouwerij Rodenburg schonk ons een prima lentebok,
gecombineerd met kaas van de kaasproeverij. Daarvoor was helaas maar
één inschrijving binnengekomen, vandaar dat het niet was
doorgegaan. Ook dronken we de Night Porter, die mij een stuk beter
smaakte dan vorig jaar: een mooie baltic porter, zachter en voller
dan een Russian Stout.
Bij
Mommeriete schonk brouwer Gert Kelder ons een
geweldige lentebok. Hij is er trots op – en terecht. “De
afgelopen jaren zijn we meerdere malen naar Duitsland afgereisd om
van de oude brouwers te horen hoe een echte Maibock smaakte”. En
dat is duidelijk anders dan de veel te zoete troep van nu. Het bier
ruikt sterk moutig, is weinig zoet en heeft een mooie hopsmaak. Niet
voor niets mag het de titel
Topbock 2012 dragen!
Met een broodje worst in de hand zochten we naar een
bier dat opgewassen was tegen het hartige worstje – dat vonden we
bij
Ramses. Het toch al hoppige bier werd nog eens door een lading
verse hop heen getapt. “Het bier wordt daarvan niet bitterder,
alleen de frisse smaken van de hop worden erdoor versterkt”. Dat
klopte – en het ruikt nog eens lekker ook!
We brachten een kort bezoekje aan de brouwers die zeker
het verst hebben gereden voor dit festival:
Jessenhofke uit België.
Ik probeerde er een Bière de Garde, die naar mijn smaak wat zoet was.
“Erg goed om mee te koken, omdat er niet zoveel hop in zit. Een
wildsoep bijvoorbeeld”. Dat zullen we zeker eens proberen, maar
voor deze middag besloten we af te sluiten met een
Muifel Barley
Wine. Erg lekker, vergelijkbaar met de TIPA van Emelisse. Wel leek
hij mij wat minder zoet. Een prima einde van een uitstekende middag.
We aten die avond geweldig bij
Thai Jasmin, een
restaurant op loopafstand van de Martinikerk. De curry's waren
heerlijk kruidig en goed pittig – een absolute aanrader voor wie
wel wat kan hebben. Wat mij echter wel verbaasde, is dat rond 19:00 een
groepje het restaurant verliet, om naar het bierfestival te gaan! Ik
vraag me echt af of die na al dat kruiden- en pepergeweld nog iets
geproefd hebben...
Oh ja, ik zou bijna
Heineken vergeten. Die hadden ook
een stand!